Kinderen en jongeren met dyslexie hebben problemen met het verwerken van klanken en letters. Ze vallen meestal op als ze hardop moeten lezen. Vaak gaat dat langzamer dan het tempo van hun klasgenootjes en niet vloeiend. In plaats daarvan lezen ze op een spellende en/of radende wijze. Daarnaast schrijven ze woorden vaak zoals ze die horen en maken ze veel fouten in dictees. Letters worden daarbij vaak door elkaar gehaald of gespiegeld. Hij of zij heeft moeite om het verschil te horen tussen klanken als m, n en ng of eu, uu en ui. draait letters of de volgorde van letters om tijdens het lezen, bijvoorbeeld de b en d of drop in plaats van dorp. hakkelt bij het lezen van langere woorden. slaat in teksten soms de korte woordjes over of vervangt ze door andere woorden. heeft soms moeite om op woorden te komen. haalt begrippen als voor/achter en links/rechts door elkaar. heeft moeite met het aanleren van liedjes of rijmpjes. vindt het lastig om rijtjes, spellingregels en soms ook tafels te onthouden. heeft moeite met het onthouden van vaste woordcombinaties, uitdrukkingen of gezegdes. heeft moeite met snel lezen en nauwkeurig lezen. vertoont ontwijkend gedrag als hij of zij moet lezen.