Schermtijd kan een groot probleem vormen in een cruciale ontwikkelingsfase van het kinderbrein.
Onderzoek toont aan dat kinderen die dagelijks veel naar een scherm kijken, over een dunnere hersenschors beschikken dan leeftijdgenootjes.
Ook werken verbindingen in de witte stof in de hersenen minder goed, waardoor de zenuwcellen in het brein signalen slechter overdragen.
Deze verminderde signaaloverdracht heeft alles te maken met myeline, de vetrijke laag die ervoor zorgt dat zenuwcellen in de hersenen optimaal met elkaar kunnen communiceren.
Bij kinderen met een hoge schermtijd is de vorming van myeline aangetast.
Dat geldt daarmee ook voor het vermogen van cellen om snel elektrische signalen naar elkaar door te sturen.
Kinderen die veel werken met beeldschermen scoren minder goed op denkproeven, perceptievaardigheden en taal- en geheugentests.
Wetenschappers speculeren dat de oorzaak ligt in overprikkeling van het zich nog ontwikkelende brein.
Het kinderbrein is voor de ontwikkeling simpelweg niet bij teveel schermtijd gebaat.