Autisme symptomen worden meestal herkend vanaf een leeftijd van twee jaar.
Als de ontwikkelingsachterstand van het kindje echter al duidelijk merkbaar is, zullen sommige kenmerken al naar voren kunnen komen voordat het kindje één jaar is.
Maar als de symptomen heel subtiel zijn, kan het ook zijn dat de symptomen pas merkbaar zijn op een wat latere leeftijd.
Problemen met sociale communicatie en sociale interactie
Kinderen met autisme gaan anders om met klemtoon en woordgebruik.
Herhalen vaak woorden en zinnen.
Verwisselen naamwoorden (zeggen ‘jij’ in plaats van ‘ik’).
Verzinnen soms woorden en uitdrukkingen.
Kinderen met autisme, vooral die met een lager IQ: Fladderen met de handen of armen.
Springen bij opwinding.
Lopen op hun tenen.
Of maken stereotiepe bewegingen.
Kinderen met autisme tonen tevens vaak een diepe en gefocuste interesse voor een beperkt aantal onderwerpen.
Het kan hierbij gaan om een ongebruikelijke interesse, zoals voor spoorboekjes, dienstregelingen, schoenmaten of landkaarten.
Maar er kan ook sprake zijn van een versterkte interesse in een op zich gewoon onderwerp passende bij de leeftijd.
Denk hierbij aan interesse in computers of kleding, maar dan op een ongewone manier.
Kinderen met een autisme spectrum stoornis kunnen op een afwijkende manier omgaan met zintuiglijke prikkels:
Verminderd gevoelig zijn voor prikkels (ze reageren nauwelijks op pijn).
Juist extra gevoelig zijn, of gericht zijn op, bepaalde prikkels.
Denk hierbij aan overgevoeligheid voor pijn, harde geluiden of gefascineerd zijn door aanraking van zachte stoffen of schitteringen van een spiegel.
Gefascineerd of geïrriteerd zijn door prikkels die anderen nauwelijks opvallen, zoals het geritsel van een papiertje of het krassen van bestek over een bord.
Deze sensorische problemen kunnen leiden tot problemen met eten of met aankleden.
Zo kan de overgang naar vast voedsel, een beperkt eetpatroon of altijd dezelfde kleding aan willen hebben problematisch worden.