Leerkrachten kunnen hoogbegaafdheid bij anderstalige leerlingen signaleren door te letten op non-verbale aspecten en door met ouders te praten.
Als leerlingen het Nederlands wat beter beheersen, kunnen leerkrachten nagaan of en hoe leerlingen schakelen tussen hun thuistaal en het Nederlands.
Daarnaast is het belangrijk om hoge verwachtingen te hebben van de leerprestaties en een veilige omgeving te bieden.
Verder moeten leerkrachten rekening houden met cultuurverschillen en mogelijke traumatische ervaringen.
Het is lastig voor leerkrachten om hoogbegaafdheid bij anderstalige leerlingen te signaleren.
De vaak beperkte kennis en vaardigheden in het Nederlands van anderstalige leerlingen kunnen de hoogbegaafdheid verbloemen.
Bovendien ontbreken passende niet-talige toetsinstrumenten om de (cognitieve) leerontwikkeling van deze leerlingen in kaart te brengen.
Leerkrachten doen er goed aan om anderstalige leerlingen met een beperkte Nederlandse taalvaardigheid gericht te observeren.
Een aantal non-verbale signalen kunnen namelijk wijzen op hoogbegaafdheid.
De leerkracht kan letten op probleemoplossend vermogen, nieuwsgierigheid, leergierigheid, creativiteit en interesses.
Door met de ouders in gesprek te gaan, krijgt de leerkracht een beeld van het niveau in de thuistaal van de leerling en van vroegere leerervaringen.
Een grote taalvaardigheid in de thuistaal is mogelijk een aanwijzing voor hoogbegaafdheid.
Als een anderstalige leerling snelle vorderingen maakt op school en niet eerder onderwijs heeft genoten of thuis is gestimuleerd om te leren, kan dit eveneens wijzen op hoogbegaafdheid.
Bij een deel van de anderstalige leerlingen zal de Nederlandse taalvaardigheid al verder ontwikkeld zijn.
Leerkrachten kunnen dat onder meer signaleren door te letten op codeswitching.
Daarbij wisselen sprekers van taal, tussen of zelfs binnen zinnen.
Wanneer leerlingen met gemak schakelen tussen het Nederlands en de thuistaal met behoud van de grammaticaliteit, wijst dit op een sterk taalvermogen en een grote cognitieve capaciteit.
Belangrijke randvoorwaarden om hoogbegaafdheid te signaleren bij anderstalige leerlingen zijn hoge verwachtingen en een veilig leerklimaat.
Als leerkrachten weinig van leerlingen verwachten, presteren ze ook slechter.
Door hoge verwachtingen over leerprestaties te hebben, geven leerkrachten anderstalige leerlingen vertrouwen om hun volledige potentieel te benutten.
Daarnaast is een veilige omgeving van belang.
Leerlingen presteren het beste wanneer ze een veilig pedagogisch klimaat ervaren en leerkrachten alle leerlingen bij de lesactiviteiten betrekken.
Voor anderstalige leerlingen is het belangrijk dat de leerkracht hun thuistaal en cultuur waardeert.
Gedragingen en achtergronden van anderstalige leerlingen kunnen het beeld dat de leerkracht van ze heeft beïnvloeden.
Soms maken leerlingen stille periodes door.
Ze spreken dan alleen in hun moedertaal, maar de verwerving van de schooltaal gaat tegelijkertijd gewoon door.
Door hier rekening mee te houden kunnen leerkrachten voorkomen dat zij hoogbegaafdheid bij anderstalige leerlingen over het hoofd zien.
Dat gaat ook op voor culturele achtergronden van leerlingen, omdat die deels de manier bepalen waarop zij zich uiten en gedragen.
En vluchtelingkinderen hebben vaak traumatische gebeurtenissen meegemaakt.
Dat kan zijn weerslag hebben op de leerontwikkeling.