Een van de moeilijkste momenten vond ik hoe het ons is verteld.
Ik heb nog niet aan hem durven vragen waarom hij dat heeft gedaan, maar het was heel traumatisch.
We waren allemaal veel minder hecht met mijn vader, we hadden op dat moment echt onze moeder nodig.
Ik kan mij nog goed herinneren dat mijn ouders net uit elkaar waren toen ik mijn diploma-uitreiking had.
Ik liep na de uitreiking vrolijk de hal in om mijn ouders mijn diploma te laten zien, maar toen waren ze er allebei al niet meer.
Dit was een heel pijnlijk moment voor mij.
Ik besefte toen pas echt dat ik geen sterke band met hem had.
Mijn moeder is altijd een soort tussenpersoon geweest.
Die rol van haar viel toen weg en toen besefte ik me dat ik helemaal geen emotionele band met hem had.
We leken wel vreemden.
In het nieuwe huis van mijn moeder hebben we, in overleg, besloten dat ik geen eigen kamer zou krijgen.
Sindsdien voelde ik mij ontzettend verloren.
Mijn studentkamer voelde niet als thuis, bij mijn moeder ging ik op bezoek, mijn vader woonde in het buitenland.
Dit maakte mij ontzettend bang.
Er was geen stabiele basis meer, mijn wortels waren weg.
De mentor op de universiteit en de huisarts reageerden allebei hetzelfde.
Ik was niet somber, of depressief, en ik woonde al op mezelf.
Ik had een goed zelfbeeld, dus het leek niet zo erg.
Dat was ook helemaal niet het probleem.
Maar als jongvolwassene moet je in je eentje je weg zien te vinden als je ouders gaan scheiden.
Ik voelde mij angstig, onveilig en alleen op de wereld.