Zaadjes voor Afrika

Ik weet het nog goed. Ik zat in groep 8 en er werd gesproken over de hongersnood in Afrika. Uitpuilende buikjes, vliegen rond ogen, stervende kinderen, machteloze ouders en daarna het gesprek in de klas. Daar zaten we. 27 (pre)pubers die de wereldproblematiek via het school tv weekjournaal onder ogen kregen. Gegrinnik en gesnuif. Blijkbaar werkten die uitpuilende buikjes bij een aantal klasgenoten op de lachspieren. Bij mij niet. Bij mij hakte het erin. Dat enorme leed kwam als één grote donkere wolk bij me naar binnen. Ik had moeite met  ademen en voelde me vreselijk.  Wat een ellende, wat een oneerlijkheid! Hoe kan het dat er in Afrika kinderen sterven terwijl wij hier elke avond ons bord vol kunnen scheppen? Ik weet nog goed hoe machteloos ik me voelde. En hoe verdrietig, intens verdrietig.

En toen kwam de vraag van de juf. Wat zouden we kunnen doen om de kinderen in Afrika te helpen? Mijn vinger schoot meteen omhoog. Zaadjes! We moesten zaadjes opsturen!

Achterin de klas hoorde ik iemand grinniken. Voor me stootte 2 kinderen elkaar aan en niet snel daarna zat bijna de hele klas hardop te lachen. Ik snapte er niets van. Had ik misschien  iets verkeerd uitgesproken? Om ervoor te zorgen dat iedereen me begreep herhaalde ik mijn antwoord. We moesten zaadjes opsturen naar Afrika. Dat zou de kinderen helpen.

Zaadjes voor Afrika

Zaadjes voor Afrika

Nu barstte iedereen in lachen uit. Met een enorme grijns op zijn gezicht zei één van de populaire jongens: ‘Zaadjes, Sasha stuurt zaadjes naar Afrika!’

En toen viel bij mij het kwartje. De klas dacht aan andere zaadjes dan ik. En dat grinniken tijdens het school tv weekjournaal ging ook niet om de uitpuilende buikjes (gelukkig maar). Nee, de kinderen in het filmpje  waren bloot. Daar ging het om.

Tja, daar zit je dan. 12 jaar oud en enorm gedreven om de wereld een stukje beter te maken.  Onbegrepen en uitgelachen.

En nu, 21 jaar later lees ik het verslag van een functioneringsgesprek uit 2008 terug. Hierin staat ‘Sasha heeft de neiging om de wereld te verbeteren.’  En ik voel weer hoe het was toen dit werd gezegd. Hoe ik daarna te horen kreeg dat het een mooie eigenschap is, maar dat ik er verder niet zoveel aan heb. Dat ik teveel wil en dat het niet zo werkt in het leven. Opnieuw voelde ik me klein, alleen, niet gezien en onbegrepen. Is het dan zo gek dat je geraakt wordt door het leed van andere mensen? Dat je nadenkt over manieren om het leven van een ander prettiger te maken? Blijkbaar wel.

Tja, daar zit je dan. 33 jaar oud en nog steeds (of opnieuw) onbegrepen. Maar ook nog steeds gedreven om de wereld een stukje beter te maken.

Getagd met , , , , , , , ,
Geplaatst in Nieuws & blog