Oei, toch een plusklas?

Eerder schreef ik een stuk over plusklassen. Een stuk waarin ik mijn mening over plusklassen niet onder stoelen of banken stak. Maar nu kom ik met een bericht dat tegenstrijdig klinkt. Want ik ga iets positiefs schrijven over plusklassen. IK? Ja, ik!

Zoals jullie weten vind ik het vreselijk dat er kinderen zijn die het 1 dag in de week naar hun zin hebben op school. Op woensdag  gaan ze naar de plusklas en hebben ze een leuke, uitdagende dag. Ze werken aan projecten, doen spelletjes, maken werkstukken en zijn samen met gelijkgestemden. En vooral dit laatste is zeer prettig en belangrijk. De rest van de week doen ze hetzelfde als de andere kinderen. Ze gaan aan de slag met het reguliere werk, maken ‘braaf’ alle sommen in hun rekenschrift en mogen als ze klaar zijn de moeilijkere opdrachten van de methode maken. Motiverend en stimulerend? Nee, absoluut niet.

Inmiddels zijn er steeds meer scholen die compacten en verrijken. In dat geval wordt de reguliere lesstof ingedikt (compacten) en wordt daarvoor in de plaats moeilijkere lesstof aangeboden (verrijken). Zo doen kinderen geen dingen die ze al kunnen en krijgen ze uitdagend werk in de eigen groep.  Daarnaast mogen ze middels projecten verbreden, zodat er aangesloten wordt bij de eigen leerbehoefte en interesse.Top!

Maar de grote vraag is of dit genoeg is voor alle kinderen. In mijn optiek worden de hogere vaardigheden en het ontwikkelen van een positieve levenshouding onvoldoende gestimuleerd en geoefend. En daar komt mijn hernieuwde visie op ‘plusklassen’ in beeld.

Want wat als we groepen starten voor (hoog)begaafde kinderen waarin niet alleen aandacht wordt besteed aan leren- leren, samenwerken, filosofie en reflecteren, maar ook aan het ontwikkelen van een ‘op groei gerichte mindset’, het ontwikkelen van een positief (realistisch) zelfbeeld, het omgaan met kritiek en tegenslagen, omgaan met perfectionisme en faalangst, doorzetten en gelukkig zijn? In dat geval ben ik een grote voorstander van ‘plusklassen’. Hier zullen kinderen dingen leren waar ze de rest van hun leven profijt van hebben. De wereld zal niet aangepast worden aan hen. Nee, hier gaan ze leren hoe ze zelf  kunnen omgaan met de wereld op een manier die zelfvertrouwen en gevoelens van voldoening en geluk geeft.

En terwijl ik dit schrijf, denk ik terug aan de periode dat ik mijn LIO stage liep op een cluster 4 school. Meestal wordt de wereld in het speciaal onderwijs aangepast aan (de stoornis van) het kind. Er wordt veel structuur geboden en in sommige gevallen zitten kinderen een groot deel van de dag achter een schot. En wij deden het tegenovergestelde. We boden de kinderen een veilige situatie door structuur en liefde te geven, maar leerden ze daarnaast omgaan met de dingen van het leven. Tijdens een kerstdiner hebben we met z’n allen gegourmet. Ik veranderde bewust de dagplanning, ging met de kinderen naar buiten – en dan bedoel ik echt naar buiten-. We wandelden langs het kanaal om naar de boten te kijken en de kinderen -spannend als dat was- mochten vragen stellen aan de schipper die toevallig op het dek stond. We maakten een herbarium – ook dat ene kind dat in paniek kon raken van vieze handen- en probeerden steeds opnieuw situaties op te zoeken die kinderen zelfvertrouwen gaven. Zelfvertrouwen om de -voor hen verwarrende, prikkelende en onveilige- wereld stapje voor stapje verder te bewandelen.

En dat is wat ik (hoog)begaafde kinderen ook wil bieden. Geen plusklas, maar een ‘levensklas’. Een klas waarin ze leren omgaan met dat wat het leven biedt. En vooral een klas waarin ze leren om hier op hun eigen manier mee om te gaan zodat ze kunnen opgroeien tot zelfverzekerde volwassenen die voor hun geluk niet afhankelijk zijn van anderen.

Helaas heb ik op dit moment niet de mogelijkheid om het per direct vorm te geven, maar ik laat het nog even sudderen en pruttelen. Wie weet start ik volgend schooljaar met een levensklas voor kleuters.Want jong geleerd is oud gedaan!

iStock_000004107146Small

Getagd met , , , , , , , , , , , , , ,
Geplaatst in Nieuws & blog